-
1 particulier eigendom
particulier eigendom -
2 particulier eigendom(srecht)
particulier eigendom(srecht)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > particulier eigendom(srecht)
-
3 eigendom
♦voorbeelden:(het) eigendom zijn van … • être propriété de …dat boek is mijn eigendom • ce livre m'appartientiets in eigendom verkrijgen • recevoir qc. en propriété -
4 particulier
particuliere 〈 de (vrouwelijk)〉1 private individual/person♦voorbeelden:bij particulieren een kamer huren • rent a room in a private houseniet voor particulieren • closed to members of the general public————————particulier21 private♦voorbeelden:particulier eigendom(srecht) • (right of) private propertyhet particulier initiatief • private enterprisezijn particuliere secretaris • his private/personal secretaryparticuliere verzekeraars • private insurerszich particulier verzekeren • insure oneself privately -
5 tenement
n. (particulier) eigendom; vast goed; flatgebouw (in arme wijk)[ tennimmənt]3 → tenement house tenement house/ -
6 denationalize
v. onder particuliere controle brengen; onder particulier eigendom zetten, overdragen van openbaar naar privé-eigendom; ontnemen van nationale statusdenationalize, denationalise[ die:næsjnəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: denationalization〉 -
7 private property
-
8 private
adj. privé; van zichzelf, persoonlijk--------n. geheim; soldaatprivate1[ prajvət] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk Private〉————————private2〈 privateness〉♦voorbeelden:private hotel • familiehotelshe's a very private kind of person • ze is erg op zichzelfkeep private • binnenskamers houdenin private • in het geheimII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 particulier ⇒ niet openbaar/publiek♦voorbeelden:private life • privélevenprivate property • privé/particulier eigendomprivate school • particuliere schoolprivate detective • privédetectiveprivate means • inkomsten anders dan uit loonprivate soldier • gewoon soldaatprivate view • persoonlijke mening -
9 privé
privé [prievee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 privé ⇒ particulier, niet-officieel♦voorbeelden:propriété privée • particulier eigendomséance privée • besloten voorstelling, zittingacte sous seing privé • onderhandse aktede source privée • uit niet-officiële bronà titre privé • niet-officieel, privéen privé • onder vier ogenadj1) privé, particulier2) persoonlijk -
10 separate ownership
-
11 separate
adj. afzonderlijk; anders--------v. afscheiden; scheiden; afsluiten; opmerkenseparate1[ seprət] 〈bijvoeglijk naamwoord; separateness〉1 afzonderlijk ⇒ (af)gescheiden, apart; verschillend, onderscheiden; op zichzelf staand, alleenstaand♦voorbeelden:one's own separate interests • zijn eigen, persoonlijke belangenseparate ownership • particulier eigendom(srecht)we went our separate ways home • we gingen (elk) apart naar huiskeep separate from • afgezonderd/(af)gescheiden houden vanbe separate from • verschillen/los staan van————————separate2[ seppəreet]1 zich (van elkaar) afscheiden ⇒ zich afzonderen/verdelen, uiteenvallen♦voorbeelden:separate (up) into • (onder)verdeeld kunnen worden/uiteenvallen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (van elkaar) (af/onder)scheiden ⇒ afzonderen, losmaken, verdelen♦voorbeelden:legally separated • gescheiden van tafel en bedwidely separated • ver uit elkaar gelegenseparate something (up) into • iets verdelen/scheiden inseparate from • (af/onder)scheiden/afzonderen van; 〈 scheikunde〉(af)scheiden/extraheren uit -
12 propriété privée
propriété privée -
13 proprietary
adj. van eigenaar (het bezit); volgens patent; uitvindersrecht--------n. eigendoms (van de eigenaar); eigenaren (van bezit)[ prəprajjətrie] 〈 proprietarily〉1 eigendoms- ⇒ van de eigenaar, in eigendom, particulier♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Hendrik Anders — Pour les articles homonymes, voir Anders. Hendrik Anders … Wikipédia en Français